27 januari 2023
De landelijke retailleegstand (in metrage) is gedaald van 8,1 procent in 2020 naar 5,4 procent in 2023. Uiteraard speelt transformatie een rol, maar zonder die transformatie was de theoretische leegstand ook gedaald, namelijk van 8,1 procent naar 6,3 procent. De conclusie is gerechtvaardigd dat er sprake is van een autonome daling van de retailleegstand (in metrages) mét, maar ook zónder transformatie. Nu de leegstand 5,4 procent is (iets boven de frictieleegstand) en de structurele tendens een leegstandsdaling betreft, is het de vraag of nóg meer transformatie eigenlijk wel nodig is. Ook omdat er nog nooit zoveel ‘gevulde’ retail meters zijn als op dit moment.
Het zou helemaal mis gaan met de retail. Dat zegt ‘men’ al sinds een jaar of 17. En na de lockdowns van 2020, 2021 en 2022 zou het al helemaal nooit meer goed komen. De landelijke leegstand zou naar 19 procent gaan, aldus Q&A en Retailagenda. Of misschien nóg wel meer, naar 40 procent, volgens publiciste Tracy Metz. En ook voorspelden sommige retailonderzoekers een sterk groeiende leegstand. Maar zijn die verwachtingen eigenlijk uitgekomen?
De feiten wijzen toch wat anders uit. Sommige branches deden het toen namelijk al vaak beter dan ooit of in ieder geval beter dan in 2019. Vaak voedselgerelateerd, zoals supermarkten en speciaalzaken. Maar ook de doe-het-zelfbranche en de meubelzaken deden het uitstekend, net als elektronica. En de branches die het meest hebben geleden onder de coronamaatregelen, zoals mode, schoenen en sport, herstelden snel.
Want wat niemand verwacht had (ook wij niet), is dat de winkelleegstand fors is gaan dalen na 2020. Dat blijkt uit de nieuwste gegevens van Locatus. Nu staat Locatus in zijn blog met name stil bij het aantal verkooppunten en de forse daling van de leegstand van 7,3 procent (in 2020) naar 6 procent (in 2023). Helder is dat transformatie (er verdwijnen meer winkels dan er nieuwe winkels bijkomen, hetgeen al sinds de jaren 90 het geval is) een van de belangrijke redenen is voor de daling.
Allereerst is het eigenlijk beter om te spreken over ‘retailleegstand’. Grofweg is er ruim 30 miljoen vierkante meter aan winkelvoorraad en ruim 12,5 miljoen vierkante meter aan overige retail. Daaronder vallen horeca en overige voor publiek toegankelijke voorzieningen, zoals uitzendbureaus. Het onderdeel ‘winkel’ binnen de totale ‘retail’ is dus ongeveer 70 procent. Alleen de retailleegstand is echter precies te berekenen. Omdat de meeste winkels die leeg komen te staan worden opgevuld door andere winkels, maar soms ook door horeca en overige retail, zoals uitzendbureaus. Andersom is het ook mogelijk dat een horeca-unit wordt getransformeerd tot een winkel.
De retailleegstand per jaar (in metrage uitgedrukt) wordt weergegeven in de figuur.
De volgende conclusies en nuances zijn te melden:
Wat mij met name intrigeert betreft dat de landelijke leegstand is gedaald van 8,1 procent in 2020 naar 5,4 procent in 2023. Een percentage dat zich maar nauwelijks boven de frictieleegstand begeeft.
Uiteraard speelt transformatie een belangrijke rol, maar zonder die transformatie was de fictieve leegstand ook gedaald van 8,1 procent naar 6,3 procent. Zie hiervoor het kader.
Leegstand in 2020 en 2023 (bron: Locatus Leegstandsmonitor 2023)
In 2020 bedroeg de totale voorraad aan retail 43 miljoen vierkante meter . De retailleegstand bedroeg 3,5 miljoen vierkante meter, dat is 8,1 procent. Het aantal ‘gevulde’ meters bedroeg 39,5 miljoen.
Het effect van transformatie is daarmee zeker significant, maar ook zonder transformatie is de trend een sterk dalende, naar niveaus die (landelijk gezien) toch niet op een winkelcrisis duiden. Nu de leegstand 5,4 procent is (iets boven de frictieleegstand) en de structurele tendens een leegstandsdaling betreft, is het de vraag of nóg meer transformatie eigenlijk wel nodig is. Misschien wél op de plekken met écht veel leegstand van boven de 10 of 15 procent. Maar niet op de plekken waar de leegstand minder dan 8 procent is of zelfs (tegen de) 0 procent. Die plekken zijn er.
En überhaupt is er geen reden tot grote paniek. Natuurlijk, ons winkelbestand heeft altijd onderhoud nodig. En meer functies (dan alleen winkels) toevoegen is uitstekend. Dan komen er namelijk nóg meer mensen consumeren. En echt niet elke winkel of elk winkelcentrum is ‘vanzelf’ een winnaar. Je moet en zal je stinkende best hiervoor moeten doen. Maar feit is dat op goede plekken en in goede winkelcentra, in combinatie met goede retailers, nog steeds goede zaken worden gedaan. De nog steeds vigerende negatieve houding jegens winkels en winkelcentra is dan ook volstrekt onnodig.
Een beetje leegstand is daarbij ‘gezond’, dat biedt ruimte aan nieuwe winkelinitiatieven. Als er geen leegstand zou zijn, zou de huurprijs dusdanig hoog worden dat er geen ruimte meer is voor nieuwe winkels. De vraag is dus of we nog verder moeten gaan met transformeren. In ieder geval is dat niet nodig op de plekken waar het gewoon goed gaat. Kijk bijvoorbeeld ook naar de kantoortransformatie, die ging op een gegeven moment in een dusdanig rap tempo, dat er op goede plekken een tekort aan kantoren is ontstaan. Dat moeten we niet willen bij de winkels.
Een beetje leegstand is daarbij ‘gezond’, dat biedt ruimte aan nieuwe winkelinitiatieven. Als er geen leegstand zou zijn, zou de huurprijs dusdanig hoog worden dat er geen ruimte meer is voor nieuwe winkels. De vraag is dus of we nog verder moeten gaan met transformeren. In ieder geval is dat niet nodig op de plekken waar het gewoon goed gaat. Kijk bijvoorbeeld ook naar de kantoortransformatie, die ging op een gegeven moment in een dusdanig rap tempo, dat er op goede plekken een tekort aan kantoren is ontstaan. Dat moeten we niet willen bij de winkels.
Mensen vinden het leuk om naar een leuke plek te gaan. En daar ter plekke te consumeren. Of dat nu een hapje is, een drankje of dat mensen producten aanschaffen, het maakt niet uit. Kopen doen mensen het liefst dus juist op die leuke plek. Samen met andere mensen. De toekomst voor de stenen winkels is dan ook een voorspoedige. Al is het alleen maar omdat consumeren het favoriete tijdverdrijf is van velen. De ontmoetingsfunctie is inherent aan menselijk gedrag. Goede winkels op goede plekken zullen daarom altijd blijven bestaan.